Laten we als eerste de vraag in de titel beantwoorden:
Natuurlijk niet! Whaaahahaha!
Zo, dat lucht op. Als u geen taalobsessie heeft (dat wil zeggen: als u geen vertaler bent 😉 dan weet u misschien niet precies wat Esperanto is. Daarom hieronder een korte uitleg.
Esperanto in het kort
In 1887 publiceerde de Pool Ludwik Zamenhof (onder zijn fans beter bekend als L.L. Zamenhof) een boek waarin hij een compleet nieuwe taal beschreef, een taal die hij zelf had verzonnen: Esperanto. Een taal met een hele simpele grammatica en woorden die makkelijk uit het hoofd te leren waren. Zamenhof hoopte dat scholen in alle landen de taal zouden onderwijzen, zodat mensen over de hele wereld een gedeelde taal zouden hebben om mee te communiceren.
En heel even leek het te werken. In de jaren 1920 waren er meerdere regeringen die toezegden dat hun scholen Esperanto zouden onderwijzen, en dit vervolgens ook implementeerden. Maar toen kwamen Hitler en Stalin: Hitler zag een gevaar dat Esperanto de Joden zou kunnen verenigen, en Stalin vond de taal anti-nationalistisch. Mensen werden gedeporteerd en zelfs vermoord omdat ze Esperanto spraken, wat de populariteit van de taal geen goed deed.
Het einde van Esperanto?
Niet helemaal. Er mogen dan wel niet zo heel veel Esperantosprekers zijn (het zijn er zelfs maar een paar duizend – in de hele wereld! – die het voldoende beheersen om een goed lopend gesprek te hebben), toch wordt de taal de laatste jaren nieuw leven ingeblazen, omdat de bekende taal-app DuoLingo in 2016 Esperanto aan zijn aanbod heeft toegevoegd. Er zijn nu honderdduizenden mensen die de taal via die app aan het leren zijn.
In vrijwel elk land bestaat een kleine maar zeer actieve Esperanto-community , die bijeenkomsten en weekends organiseren waar mensen samen de taal kunnen oefenen. Als de DuoLingo-gebruikers hun weg naar die bijeenkomsten zouden vinden, dan zou de taal best wel eens flink kunnen groeien!
Esperanto als gevaar voor vertalers
Zamenhof had een wereld voor ogen waarin vertalers niet meer nodig zouden zijn, omdat iedereen goed zou kunnen praten en schrijven in Esperanto. Maar met slechts een paar duizend Esperantosprekers is die wereld nooit een realiteit geworden. Esperanto is dus geen enkel gevaar voor de vertaalwereld.
Engels: het echte gevaar
De taal die wél een gevaar is voor vertalers, is het Engels. Engels heeft de rol gekregen die Zamenhof voor Esperanto had bedacht: het wordt over heel de wereld op scholen aan kinderen geleerd omdat het de internationale taal van communicatie is geworden, een “lingua franca”. Als je een kamer binnenloopt met alleen maar Italianen, Polen, Chinezen en Venezolanen (om maar wat te noemen), dan zullen ze Engels met elkaar praten, ook al is er geen enkel persoon aanwezig met Engels als moedertaal.
Het heeft niet veel nut om boos te worden op het feit dat Engels de gemeenschapstaal is geworden, het is een niet-te-stoppen gegeven. En vertalers die naar het Engels vertalen hebben er natuurlijk helemáál geen problemen mee, want die zien hun opdrachten alleen maar toenemen. Vertalers die naar een andere taal vertalen zien zich vaak gedwongen om Engels toe te voegen als één van hun brontalen. En op internationale conferenties en bijeenkomsten spreken vertalers natuurlijk net zo goed Engels met elkaar.
Een vertaling naar Esperanto?
Mocht u nu graag mee willen helpen met de nieuwe Esperanto-opleving, dan kunt u ons vertaalbureau boeken om een tekst naar het Esperanto te laten vertalen, en daarmee uw product voor te stellen aan de markt van Esperantosprekers. Het is een hele kleine markt, maar toch!
Wat vindt u?
Wat vindt u? Is het jammer dat Esperanto nooit de internationale taal is geworden die Zamenhof voor ogen had? Is er nog een kans dat dit toch nog gaat gebeuren? Laat een reactie achter en vertel het ons!
Interlex is een vertaalbureau dat gespecialiseerd is in creatieve vertalingen: vertalingen die lekker lopen en die kloppen voor de doelgroep.
Geef een reactie